In dit meeslepend en openhartig eerste boek uit de ‘Vuurvogelreeks’ neemt de auteur je mee naar zijn kindertijd in de Vlaamse Ardennen in de jaren vijftig. Samen met zijn broertje, vriendje Joël en hartsvriendinnetje Dianne beleeft hij een avontuurlijke, haast magische jeugd in een wereld waar bijgeloof en christelijke dogma’s nog het dagelijks leven kleuren. Maar die ogenschijnlijk zorgeloze wereld wordt ruw verstoord wanneer zijn ouders zich tegen het einde van de jaren vijftig aansluiten bij de Jehovah’s Getuigen, een omslag die zijn jeugdige vrijheid drastisch inperkt en zijn vertrouwde kinderwereld vrijwel volledig doet instorten.
Naast dit aangrijpend, onthullend en verhelderend persoonlijke verhaal schetst de auteur tussendoor ook een levendig beeld van de jaren vijftig: de wederopbouw na de oorlog, de opkomst van de televisie en rock-’n-roll, de eerste stappen in de ruimtewedloop, de waanzinnige testen met afgrijselijke nucleaire wapens, de Expo 58, de mode, het bekrompen dagelijkse leven en de maatschappelijke spanningen van die tijd, die onze wereld en ons leven in een andere richting katapulteerden.
