Diodoros van Sicilië (ca. 90-30 v.C.) is weliswaar door latere schrijvers, zoals Plinius, Plutarchus, Eusebius en de Byzantijnen vaak geciteerd, waarbij sommigen hem als een "zeer geleerde heer" omschrijven, maar over zijn werk zijn verder geen commentaren bekend. De bedoeling van Diodoros was om een alomvattend geschiedwerk te schrijven van de gehele toen bekende bewoonde wereld, te beginnen met de mythologie, die volgens hem een neerslag vormt van geschiedenissen uit het verre verleden, ook al acht hij het onmogelijk om er een chronologie aan vast te knopen en fictie van feiten te onderscheiden. Diodoros gaat uit van een rationele verklaring van de mythe, zoals Euhémeros (4e eeuw v.C.) deed, die de goden en halfgoden beschouwde als helden en koningen uit het verleden die door mensen goddelijk zijn verklaard. Dit eerste deel behandelt de geografie, mythologie en geschiedenis van onder andere Egypte, Assyrië, Libye, Arabië, India en mythische figuren als Dionysos, Herakles, de Amazonen. Wat zijn literaire kwaliteiten betreft zal de lezer merken dat elk boek naast feiten een schat aan bijzondere verhalen, anekdotes en pittoreske beschrijvingen bevat.