‘Een van de opgaven van de opvoeding is dat je ervan uitgaat dat een kind een rijke voorgeschiedenis heeft. Opvoeden zou eigenlijk moeten zijn dat je die geschiedenis, die voorgeschiedenis, leert lezen. Je krijgt een heel andere benadering van een kind, wanneer je je daar niet meer boven verheft, maar wanneer je weet dat het tot jou gekomen is vanuit die voorgeschiedenis. Het kind komt vanuit een voorgeboortelijk bestaan uit de geestelijke wereld. Dat voorgeboortelijke bestaan werd weer voorafgegaan door een vorige dood. Daaraan voorafgaand was er weer een vorig aardeleven.’