Nederland kent circa 300 decentrale rekenkamers, naast de Algemene Rekenkamer. Alle gemeenten, provincies en waterschappen zijn verplicht een rekenkamer in te stellen. Rekenkamers onderzoeken en beoordelen de doeltreffendheid, rechtmatigheid en doelmatigheid van het beleid: werkt het beleid, mag het en kost het niet te veel? Het onderzoek levert nuttige kennis op voor volksvertegenwoordigers, beleidsmakers en bestuurders. Rekenkamers dragen zo bij aan een lerende overheid. Hun onderzoeken zijn ook van belang voor publieke verantwoording van overheden aan de samenleving (inwoners, media). Daarmee dragen zij bij aan een democratische overheid. Dit handboek is het basiswerk voor iedereen die aan een rekenkamer verbonden is. Het is ook een naslagwerk voor allen die geïnteresseerd zijn in de ontwikkeling, positie en het onderzoek van rekenkamers. Het behandelt de institutionele structuur, taken, bevoegdheden en bemensing van rekenkamers. De meeste aandacht gaat uit naar het onderzoeksproces van de rekenkamer: van programmering en voorbereiding tot publicatie, presentatie en nazorg. Het handboek sluit af met een blik op de toekomst van de decentrale rekenkamers. De binnen- en buitenkant van rekenkamers is in de eerste plaats bedoeld voor rekenkamers. Het is geschreven voor en door mensen die werkzaam zijn in rekenkamers en het bevat talloze praktische en inspirerende voorbeelden. Het boek is daarnaast zeer geschikt voor gebruik in opleidingen aan universiteiten en hogescholen, en vakopleidingen en cursussen. 1 Inleiding; 2 De Rekenkamer: basis, organisatie, taken, wettelijke kaders en samen­werking; 3 Verkennen; 4 Ontwerpen; 5 Uitvoeren van het onderzoek; 6 Rapporteren over het onderzoek; 7 Publiceren en presenteren; 8 Evaluatie: onderzoek, rekenkamer, doorwerking; 9 De doorontwikkeling en positionering van de rekenkamer